Gemaild : 17-3-2002

Hola amigos,

Update : De laatste tekstuele neerslag van onze ïavonturenï is alweer een maand geleden. Hoogste tijd voor een nieuw bericht(je).

Na Talca zijn zijn we steeds verder naar het zuiden van Chili getrokken. De eerste stop was vlakbij een uit houten huisjes opgetrokken gehucht, Curacautin. Het ligt in een gebied waar veel aan bosbouw wordt gedaan, dus die houten huisjes zijn lekker goedkoop. Wij zaten daar vlakbij in een door een zwitser gerund chaletje. Ze waren op het idee gekomen om een hostal in Chili te beginnen na een fietstochtje van Vancouver naar Tiera del Fuego (god mag weten hoeveel kilometer dat is, maar veel). Hier hebben we tegen een uitgedoofde vulkaan opgelopen die vol staat met zeer karakterestieke araucariabomen (zie ). Na nog een dagje op een chileense mountainbike (=klein) zijn we naar het meer toeristiche Pucon vertrokken.

We besloten om niet in Pucon maar een twintigtal kilometers verderop bij een Mapuche familie te gaan overnachten (indianen soort), tussen de koeien, varkens, paarden, kippen, honden, katten en pasgeboren jankende babies. Het voedel was zeer gezond zelfverbouwde groenten, zelfgebakken brood en humidatas: maisvoedsel weer verpakt in zijn eigen blaadjes (lekker), enz.

In Pucon heeft Remco de werkende vulkaan Villarica beklommen, de rook kwam uit zijn oren, en daarna op z'n gat naar beneden geleden, blauw kontje! (zie ) Janine kon het niet opbrengen om voor de tweede keer vroeg uit bed te komen, daar we de dag daarvoor, voor niets naar de vulkaan zijn gegaan, wegens te veel wind kon de vulkaan niet beklommen worden. Wel zijn we die dag nog langs een paar hele hoge woeste watervallen gewandeld samen met Megan een Amerikaanse (zie ). Na Remcoïs vulkaantocht wist Janine precies hoe laat ze terug kwamen (het bier stond immers klaar), dit drinken hebben we nog de hele middag weten vol te houden samen met enkele anderen. Gevolg we misten onze laatste bus, gelukkig een paar straten verder kwam er nog een collectivo langs, erg afgeladen, maar we hebben ons er in geperst. De Mapuche familie zat op ons te wachten met het avond eten, das pas een luxe.

De volgende dag zijn we echt stoer gaan doen, een klasse IV waterval afdenderen in een rubberbootje (raften heet dat). Na alle instructies te hebben doorgenomen moesten de watervallen maar eens echt worden bedwongen. Nou dat hadden er twee nog niet zo door, zij dachten bij een ïhigh leftï, dat ze naar rechts moesten duiken, gevolg een man van 100+Kg overboord, hij moest toen in zijn reddingsvest dezelfde waterval in zijn eentje af, totaal in shock, gids de controle kwijt, oftewel chaos compleet (zie en ).

Na Pucon zijn we naar een havenstad aan de Pacific gegaan, Valdivia. In Valdivia hebben we de oude spaanse forten bekeken, waar wij Nederlanders als piraten hebben rondgeroofd (1642). In Valdivia geweldig gegeten en in de haven naar lokale muziek geluisterd. Het was de feestweek van de stad en ook wij zijn helemaal met confetti overgoten (we vinden het nog steeds tussen onze spullen). Ook goed gesnoept uit de lokale keuken. Een geweldig schelpendag beleefd, alles wat ze er op een lokaal marktje uitstalde in een grote schotel en vreten maar, dat is wel aan Remco besteed. (Janine niet, die houdt niet van dat geglibber)

Vanuit Pucon naar Puerto Varas getrokken (vlak boven Puerto Montt). Puerto Varas is een badplaats aan een groot meer onder een vulkaan! , Hier werd het toch echt langzaam kouder en hebben we na drie weken onze eerste regen moeten verwerken, dat was wel even wennen. Naast wat andere activiteiten heeft Remco hier geprobeerd een tweedaagse wandeling in een dag te proppen (Janine had een luierdag, mmmm, heerlijk). Remco was op tijd voor de laatste bus (toch al knap), maar die bus zat vol...... Daar sta je dan op 78 kilometer van al je spulletjes en alleen een paar centjes en een flesje water op zak. (ach gut). Uiteindelijk met liften en met lotgenoten toch bij de volgende plaats weten te komen (+/- 50 Km verder), waar nog wel een bus vertrok.

Inmiddels is het 25 februari en gaan we naar Chiloe, het grootste eiland van Chili. Op Chiloe was het goed vertoeven, we hebben een mooie wandeling in het natuurpark gemaakt, behalve mooi weer hebben we nu ook het meer ruige karakter geproefd van Chili, oftewel regen die als bakken dag en nacht naar beneden komt. Daarna zijn we naar het plaatselijk museum in Ancud geweest, een aparte mythologie van allerlei halfmens, halfdier figuren. De boot van en naar het vaste land was geweldig : dolfijnen, zeehonden en grote pelikanen vergezelden ons op onze overtocht. Janine heeft op Chiloe haar eerste souvenier gescoord: een met de hand gebreeen mutsje die later goed van pas is gekomen (zie zie ).

Dan vliegen we naar het echte zuiden van Chili en Argentinie, oftewel naar Patagonie, het birrie birie, oftewel bijna zuidpool gebied. We vliegen op Punta Arenas en worden gelijk geconfronteerd met waar Patagonie beroemd om is, zijn wind (of zoals we dat in Nederland zouden noemen storm). Vanuit Punta Arenas naar Puerto Natales, een klein dorpje 200 km erboven. De busrit erheen, over de pampa, was schitterend, mooie vergezichten, flamingoïs, Guanacos (soort lamaïs), Nanduïs (soort struisvogel) en vele grote roofvogels!!!

Dan wordt het tijd voor een 5 daagse trektocht met tent (J: ja je leest het goed) het park Torres del Paine in, voor wie geinteresseerd is, tik ùTorres del Paineù in een zoekmachine op internet (en je snapt waarom we de kou konden verdragen). We hebben een prachtige tent meegekregen van Werner (de uitbater van onze hostal), Janine heeft nog snel even handschoenen en een soort sjaal gekocht. Ook moesten we natuurlijk van dat heerlijke droogvoedsel, pap en pasta voor onderweg inslaan, want bij de meeste campings was niets meer dan een mooi snelstromend ïkoelï riviertje.

Eerst drie uur met een busrit over gravelroads, hobbel de bobbel, waar je om de heel veel kilometers een losse estancia tegenkwam en verder gewoon de leegte (met minder als 1 persoon per vierkante kilometer moet je ook niet te veel flats verwachten). In de verte doemen langzaam de bergtoppen van de Torres op !!Wauw!! Onze tocht begint met een catamaran over Lago Pehoe (voor ons uitzicht vanuit de catamaran zie zie ).

De eerste tocht is naar Glacier Grey, een enorme blauwe gletsjer die in een grijs meer uitmondt. Het weer valt reuze mee, droog en zonnig en zoïn 10 C, goed wandelweer dus. Naast de geltsjer kamperen we, met ijsbergen naast ons tentje, brrr. Ook was dit onze eerste nacht in het gehuurde tentje, hij waaide bijna weg, en wat een kabaal, een klapper tent. ïs Morgens pap en ïs avonds pasta uit een zakie, tussendoortjes zijn rozijntjes en chocolade reepjes, ja lekker primitief, maar het afvallen begint ergens op te lijken. Ook theezetten met ijskoud water duurt uren. Na 4 dagen lopen door regen, zonneschijn, warmte, kou, sneeuwbuien, over berg(jes), dalen, langs meren, gletsjers en smalle bergpaadjes komen we de 5e dag aan bij het hoogte punt: de Torres. Drie enorme bergpieken die als wachters omhoog steken tussen de andere bergen. Met zon opkomst kleuren ze prachtig rood, volgens Remco (die door de kok uit de refugio naar buiten werd gestuurd om een foto te maken, want het duurt niet lang). Janine heeft dit spektakel gemist, omdat ze na een zeer koude nacht (het vroor in de tent) nog bibberend en mopperend in het tentje lag. De klim naar de Torres door de vers gevallen sneeuw was zeer vermoeiend, maar prachtig.

Na de Torres trekken we verder door Patagonie naar Argentinie en wel naar El Calafate, waar we de beroemde Perito Moreno hebben bezocht. (Een van de weinige gletsjers in de wereld die nog steeds groeit). De brokstukken ijs vlogen ons om de oren, en vooral als we niet met onze camera klaar stonden. Van El Calafate naar het volgende hoogte punt het nationale park Los Glaciares (bij de berg Fitz Roy). Vanuit het plaatsje El Chaten (30 huisjes) gaan we alweer lopen en kamperen in de kou, nadat we (J) net besloten had nu voorlopig niet meer in een tentje te gaan liggen, lagen we er drie dagen alweer naast een ijskoud gletsjer sïnachts kou te lijden, Janine had wel een betere oplossing bedacht ze heeft ons zilveren reddingsdeken tevoorschijn getoverd. Ze werd pas 6 uur later badend in het zweet wakker, terwijl Remco de hele nacht wakker kou had liggen lijden. In tegenstelling tot onze eerdere avonturen dacht hij dat kan wel voor een nacht met zijn eigen slaapzak (en die is geschikt tot +10 graden), terwijl het gewoon vroor en daarnaast is de slaapzak te klein. Ach ja sommige dingen leert hij ook nooit. De dag erna over de gletsjer, langs spleten van 40 meter diep en het omhoog klimmen op een meters hoge ijswand met stijgijzers en ice-picks was erg spannend.

Inmiddels is het 17 maart en zijn we in Puerto Madryn, een badplaats aan the Atlantic, het is hier een stuk aangenamer, na al die frisheid daar in het zuiden. Gisteren waren we in Trelew, vanwaar we met een prive gids naar de Pinguins op Punta Tombo zoïn 120 km verderop zijn gaan kijken. Heel leuk, Juan Carlos (gids) vertelde van alles over de geschiedenis van Trelew, bestaat pas sinds 1876, en over de streek Chubut. De Pinguins zijn geweldig en totaal niet bang, je loopt er middenin, je zou ze kunnen aaien, maar dat mag helaas niet. Ook eindelijk de guanacoïs en de nanduïs op de foto gezet, we kwamen die beestjes steeds tegen, maar fotoïs maken vanuit een razende bus is nog niet zo makkelijk. Daarnaast schoten er nog twee cavia-achtige voorbij en hebben we raar gekuifde vogeltjes gezien. Het gaat dus nog steeds lekker!

Hasta luego amigos y amigas, Remco en Janine